
Kopen, belegd blijven of verkopen?
Het is tot nu toe geen rooskleurig jaar geweest voor onze beleggingsportefeuille. De financiële markten hebben het de afgelopen maanden al zwaar te verduren gehad. Wat de toekomst in petto heeft, weet Matti niet. Maar wat hij wel kan doen is duiken in zijn archief en kijken wat we kunnen leren uit de beurscrisissen van het verleden.
Recessie?!
Uit enquêtes blijkt dat consumenten en bedrijfsleiders hun vertrouwen in de economie alsmaar meer verliezen. Een van de hoofdverdachten van deze huidige malaise is zeker geen onbekende: de energiecrisis. Hoge inflatiecijfers, de fors duurdere energiefactuur en fluctuerende brandstofprijzen snoepen aan onze koopkracht. Daarnaast blijft de vrees dat het recessiespook de komende maanden lelijk zal huishouden.
Een recessie heeft niet alleen gevolgen voor de samenleving, maar drukt ook duidelijk haar stempel op de beurs. Het laatste half jaar bezorgde heel wat beleggers koude rillingen. Het is dan ook een kleine 13 jaar geleden dat we nog een beursdepressie hebben moeten verteren. Sterker zelfs, zoals je op de grafiek kan zien, zijn er de laatste 35 jaar (maar) 3 grote recessies geweest. Wat betekent een recessie voor je beleggingsportefeuille? En hoe moet je als belegger hierop reageren? Is het een moment om te kopen, te verkopen of laten we de portefeuille onaangeroerd?
In the year …
Economische crisissen vertonen vaak gemeenschappelijke kenmerken. Zo vonden verschillende recessies plaats door het ontploffen van speculatieve bubbels, denk hierbij aan de zeepbel rond technologiebedrijven (dotcom crisis 1997 – 2002) of de bankencrisis (2008). De Internetbubbel (dotcom crisis of internetzeepbel) was een periode van overspannen economische groei en duurde van 1998 tot 2000 met nog een woelige voor- en nasleep. De aandelenkoersen in westerse landen groeiden in die periode opvallend snel. Een groot aantal internetbedrijfjes zag in snel tempo het licht om vaak ook weer even snel ten onder te gaan. De jarenlange koersstijging sloeg in 2000 dan ook om in een daling. De internetzeepbel was gesprongen.
De bankencrisis van 2008 ontstond voornamelijk doordat de woningmarkt in Amerika in mekaar stuikte waardoor banken achterbleven met onbetaalde woningkredieten. De beurscrash was een ware pandemie en infecteerde razendsnel de hele wereld. Vele landen moesten miljarden uitgeven om hun eigen banken te redden van de ondergang. Voor sommige landen eindigde de recessie daar, terwijl andere landen een volgende crisis moesten overwinnen. Zo had Griekenland bijvoorbeeld nooit het hoofd boven water kunnen houden zonder de hulp van Europa.
Andere recessies waren dan weer het gevolg van buitensporige schulden zoals door speculatie in vastgoed. Denk hierbij aan het voorval van vorig jaar toen financiële problemen bij de vastgoedreus Evergrande de Chinese vastgoedmarkt in een crisis duwde. Ten slotte zijn sommige crisissen het gevolg van externe factoren zoals oorlogen, oliedepressies (1973) of pandemieën (corona in 2020). Hoewel dat er een aantal gemeenschappelijke kenmerken zijn, is elke crisis uniek en daardoor ook moeilijk te anticiperen, zelfs voor professionele beleggers.
Relax… take it easy
Wat we wel zien, zoals de bovenstaande grafiek weergeeft, is dat de economie zich altijd herstelt. Van iedere crash in de geschiedenis zijn de beurzen hersteld én naar nieuwe records gestegen. Recessies zijn een natuurlijke en onvermijdbare fase in een economische cyclus.
Bij een onrustige beurs gaan beleggers zich wel eens afvragen of ze niet beter uit de markt moeten stappen om later, als de rust is weergekeerd, opnieuw in te stappen. Zo hoog mogelijk verkopen en laag inkopen is een mooie theorie, maar een theorie die niet makkelijk te realiseren is. Timing op de beurs is sowieso bijzonder moeilijk: niemand weet precies wanneer de top of de bodem bereikt is. En waardoor ook niemand precies het juiste moment kent om te kopen of te verkopen. En dat is wel belangrijk. Want wanneer die curve begint te stijgen, kan het soms heel snel gaan. Beleggers die deze beslissende dagen hebben gemist (omdat ze ‘uit de markt’ waren), hadden aanzienlijk lagere rendementen behaald, zoals onderstaande grafiek laat zien.
Dus, kort samengevat: Op de lange termijn worden koersschommelingen uitgevlakt, en blijf je dus beter belegd. Want wie alles verkoopt wanneer de beurzen sterk gedaald zijn, heeft veel kans om ook de betere beursdagen te missen.
En voor wie deze periode spaarcenten over heeft: “Never let a good crisis go to waste”, zei Churchill. Uiteraard moet je niet je hele spaarpot leegmaken en moet je belegging geen 6 cijfers tellen. Investeer liever elke maand een vast bedrag. Zo profiteer je van de geleidelijke opbouw van je portefeuille, en heb je meer kans om de ups en downs van de markt te overleven.
Zin om zelf aan de slag te gaan met Matti of om een extra portefeuille te openen?